Op zoek naar betekenis
Hoe het schrijven van je levensverhaal je richting kan geven in het vinden van zingeving.
Als kind schreef ik dagboeken vol en nog steeds ben ik een fervent dagboekschrijver. Niet dagelijks, eigenlijk meer in periodes. Meestal frequenter in periodes dat ik voor een kruispunt sta in mijn leven. Wat ik meestal ervaar door een voorafgaande periode van chaos. Een periode waarin zelftwijfel en onzekerheid de overhand neemt. Waarin ik uren kan praten over mijn onrust. Pagina’s van dagboeken volschrijf over diezelfde onrust. En hevig verlang naar een rustige zee waarin de boeien die de route van het leven aangeven duidelijk zichtbaar zijn.
Het uiten van deze gevoelens door erover te schrijven, bied in elk geval tijdelijk rust. Schrijf het van je af, zoals ze weleens zeggen. Het lucht op. Maar in het wildeweg schrijven over tegenstrijdige gevoelens geeft niet per se richting. Wat wel richting geeft is op een gestructureerde manier je levensverhaal opschrijven.
Toen ik nog schrijftrainingen gaf, had ik verschillende methodes om die aan te pakken. Wat ik ook heb gemerkt in mijn trainingen die gingen over het schrijven van een boek is dat het de deelnemers niet zozeer ging over het uitbrengen van het boek. Al dachten ze dat wel op voorhand. Het ging vooral over het schrijven van hun levensverhaal. Over het in kaart brengen van de hoogte-en dieptepunten van hun leven. Om er op een gestructureerde manier naar te kijken. Om ineens voor zich te hebben welke keuzes zij hadden gemaakt en hoe die de loop van hun leven positief of negatief hadden beïnvloed. Ook hoe de interpretatie van de gebeurtenissen bijdraagt aan de gevoelens die je erbij hebt. Hoe je juist door vanuit verschillende perspectieven naar een gebeurtenis te kijken, kan zien dat een gebeurtenis – hoe negatief en vervelend ook – jouw leven op een bepaalde manier betekenis heeft gegeven.
Het vinden van betekenis in wat je doet is denk ik een belangrijke vorm in het vinden van geluk. Of in elk geval geluksmomenten te ervaren. Continue gelukkig zijn is een utopie. En wellicht vergelijkbaar met alle dagen vakantie. Het lijkt fantastisch, tot je het zelf uitprobeert.
Nu kwam ik tijdens mijn studie psychologie de psychosociale ontwikkelingsfasen van Erik Erikson tegen. En die lijken mij mooi om te gebruiken als leidraad voor het schrijven van je levensverhaal.
Eerst een uitleg over de 8 fasen. Daarna vertel ik je hoe je dit kan toepassen in je levensverhaal.
Eriksons psychosociale ontwikkelingsfasen met geschatte leeftijden
Fase 1: Basisvertrouwen versus wantrouwen (geboorte tot 1 jaar)
Tijdens het eerste jaar, wanneer baby's warme moederlijke zorg ontvangen en hun behoeften worden vervuld wanneer deze zich voordoen, ontwikkelen ze een gevoel van basisvertrouwen. Ze gaan geloven dat mensen betrouwbaar zijn en dat de wereld een veilige plek is. Als aan dergelijke behoeften niet wordt voldaan, ontstaat wantrouwen. Het ontwikkelen van basisvertrouwen bereidt het kind voor op het omgaan met de crises die ontstaan naarmate hij of zij ouder wordt.
Fase 2: Autonomie versus schaamte en twijfel (1 tot 3 jaar)
In het tweede en derde jaar kunnen ouderlijke steun en aanmoediging voor de nieuw ontwikkelde vaardigheden van kruipen, lopen, klimmen en verkennen het gevoel van autonomie van het kind bevorderen. Kinderen kunnen echter nieuwe vaardigheden proberen, maar hun doelen niet bereiken. Deze fase komt ook overeen met Freuds anale periode en "ongelukjes" met zindelijkheidstraining komen vaak voor. Als ouders de mislukkingen van hun kinderen belachelijk maken en erop staan dingen voor hun kinderen te doen die ze zelf ook kunnen doen, kan er een gevoel van schaamte of twijfel ontstaan.
Fase 3: Initiatief versus schuldgevoel (3 tot 6 jaar)
Jonge kinderen leren de rollen van de maatschappij door fantasiespelletjes te spelen, doelen voor zichzelf te stellen en deze te bereiken, en te concurreren met andere kinderen. Ouderlijke steun en aanmoediging voor zulke zelfgeïnitieerde activiteiten bevordert de ontwikkeling van een gevoel van initiatief. Daarentegen kan er een schuldgevoel ontstaan als ouders te veel zelfbeheersing en competentie van hun kinderen eisen, hun pogingen tot volwassen gedrag bekritiseren, hun fantasiespel belachelijk maken en hun vragen als een overlast beschouwen.
Fase 4: Vlijt versus minderwaardigheid (6 jaar tot de puberteit)
De toegenomen cognitieve vermogens van schoolgaande kinderen motiveren hen om te ontdekken hoe dingen werken en hoe ze gemaakt worden, van de mechanismen van een klok en een automotor tot de veranderende seizoenen. Kinderen die worden aangemoedigd om dingen te bouwen of te maken (vogelhuisjes, koekjes, modelauto's) en die worden geprezen voor hun prestaties, ontwikkelen een gevoel van vlijt. Ouders die de inspanningen van hun kinderen als een last zien en zich concentreren op de rotzooi die ze maken in plaats van op de producten van hun arbeid, kunnen echter een gevoel van minderwaardigheid ontwikkelen. In tegenstelling tot Freud geloofde Erikson dat sociale instellingen (school, sport, religieuze organisaties, scouting, enz.) de ontwikkeling van kinderen aanzienlijk beïnvloeden, te beginnen met deze fase.
Fase 5: Identiteit versus identiteitsverwarring (12 tot 18 jaar)
Elke conflictoplossing tot nu toe heeft bijgedragen aan het gevoel van eigenwaarde van een kind - zijn of haar identiteit - maar met seksuele rijping komt het besef dat volwassen seksuele relaties en huwelijk niet ver weg zijn. Volgens Erikson is de belangrijkste taak in de adolescentie de integratie van verschillende identiteiten die uit de kindertijd zijn meegebracht in een completere identiteit die continuïteit biedt vanuit het verleden en voorbereiding op de toekomst. Dit is een periode van reorganisatie. Als adolescenten niet kunnen accepteren "wie ze zijn" en "wie ze moeten zijn", is het resultaat identiteitsverwarring.
Fase 6: Intimiteit versus isolatie (jongvolwassenheid)
Vroege volwassenheid omvat de periode van verkering, huwelijk en vroege gezinsleven. Volgens Erikson hebben jongvolwassenen die het vermogen ontwikkelen om een ander lief te hebben en met hem of haar te delen zonder bang te zijn hun eigen identiteit te verliezen, intimiteit bereikt. Intimiteit omvat niet alleen seksualiteit in liefdesrelaties, maar ook hechte vriendschappen, werkrelaties en relaties met medeleden van bijvoorbeeld verenigingen. Het niet tot stand brengen van intimiteit kan resulteren in isolatie, het onvermogen om de levenservaringen volledig te delen met belangrijke anderen.
Fase 7: Generativiteit versus stagnatie (middelbare volwassenheid)
Wanneer de interesses van een volwassene van middelbare leeftijd zich uitbreiden tot buiten zijn of haar directe familie om het algemene welzijn van jongere collega's op te nemen, of inspanningen om de toekomstige staat van de samenleving of de wereld te verbeteren, heeft de persoon volgens Erikson generativiteit ontwikkeld. Volwassenen die geen positieve kijk op de toekomst hebben of geen geloof in de mensheid, kunnen in zelfabsorptie of stagnatie vervallen.
Fase 8: Integriteit versus wanhoop (late volwassenheid)
Wanneer oudere volwassenen terug kunnen kijken op hun leven en de bijdragen die ze hebben geleverd en tevreden zijn met het leven dat ze hebben geleid, ontwikkelen ze een gevoel van integriteit. Ze zien zichzelf als onderdeel van een groter geheel dat eerdere en toekomstige generaties omvat. Anderen, die terugkijken en alleen gemiste kansen zien en spijt hebben van wat ze hebben gedaan, kunnen wanhoop ervaren.
Hoe pas je de ontwikkelingsfasen toe in je levensverhaal?
De fasen vormen je levensloop. Erikson had het idee dat er bij elke fase een crisis moest overwonnen. Wat ik een verhelderend idee vond, want ik had altijd het idee dat ik van crisis naar crisis ging (puberteit, quarterlife, dertigersdillema en nu midlife). Het idee dat het gewoon bij het leven hoort, doet me goed.
Nu je de 8 fasen kent, zie je dat de eerste 3 fasen moeilijk zijn om in te vullen. Van 0-4 jaar zul je weinig herinneringen hebben en die je al hebt, zijn vaak vervormd. Dat wil zeggen dat het bijvoorbeeld kan dat je iets wat je hebt gezien als een eigen herinnering beschouwt, alsof het jou is overkomen terwijl dat in werkelijkheid niet zo is.
Fase 1 t/m 3 pak je samen
Beschrijf hier wat je weet over je kinderjaren. Mocht je het idee hebben, is dit echt gebeurd? Vraag het aan je ouders als die nog in leven zijn of een broer of zus. Ik had haarfijne herinneringen aan bepaalde gebeurtenissen meende ik. Maar bij navraag aan mijn moeder bleek het in werkelijkheid toch wat anders te zijn gegaan. Daarbij heb ik het niet over dat je een ander perspectief op een gebeurtenis kan hebben. Ik heb het over gebeurtenissen die je echt anders hebt geïnterpreteerd. Als voorbeeld: een vakantieadres waar je nooit bent geweest, terwijl jij dacht van wel. Achteraf blijkt dat een tante hier is geweest en hier over heeft verteld op een verjaardag waar jij bij was.
Fase 4 t/m 8
Over deze fasen ga je afzonderlijk schrijven. Noteer gewoon wat er in je opkomt. Als je dat lastig vindt, kun je ook fotoalbums van die tijd erbij pakken, zo komen er herinneringen naar boven. Waar het vooral om gaat is dat je niet te diep hoeft na te denken. Het hoeft geen acuraat verslag te worden van je leven. Dat is sowieso niet haalbaar. Het gaat erom dat je de hoogte- en dieptepunten in kaart brengt. Dat je ziet op welk moment je welke keuzes hebt gemaakt en wat jou die hebben opgeleverd. Om momenten van veerkracht, hoop en optimisme in je leven te zien.
Mocht je een traumatische ervaring hebben meegemaakt en je merkt dat je deze gaat herbeleven stop dan met schrijven en zoek hulp bij een professional. Als je op dit moment mentale problemen hebt en daarvoor onder behandeling bent, overleg dan altijd eerst met je behandelaar of je deze oefening kan doen.
Wat te doen met de fasen waar je nog niet in zit qua leeftijd?
Je kan stoppen bij de fase waarin je nu zit qua leeftijd. Je kan er ook voor kiezen om door te schrijven. Dan schrijf je jouw toekomstverhaal. Deze vragen kunnen je helpen met schrijven.
Hoe zie jij jezelf als je in deze fase zit?
Waar woon je en met wie?
Hoe ziet jouw omgeving eruit, werk je en wat doe je dan?
Wat doe je in je vrije tijd?
Hoe ziet jouw sociale leven eruit?
Wat is het gevoel dat je wilt hebben in deze fase?
Wat is er belangrijk voor je?
Welke keuzes zijn er in je huidige leven nodig om daar te komen?
En wat nu als je geen zin hebt om te schrijven?
Je hebt een hekel aan schrijven, maar bent wel geïnteresseerd in het nadenken over je levensverhaal. Kies een manier waar jij je prettig bij voelt. Het is vaak zo dat er een idee van ‘ik moet wel goed schrijven’ om het schrijven heen hangt. Dat hoeft in dit geval niet. Het mag vol spelfouten staan, het is puur voor je zelf. Maar mocht je het nu echt niet leuk vinden om te schrijven, kun je dit ook samen met een vriend of vriendin doen of je partner. Dat je allebei vertelt over een fase. Als je het niet wilt delen met iemand, kun je er ook voor jezelf over nadenken zonder het op te schrijven.
Ik wens je veel succes en plezier met het construeren van je levensverhaal. Ik hoop dat je er mooie dingen uithaalt. Bovenal wens ik je een mooie zomer. Ik hoop nog steeds op mooie zomerse dagen met buiten lezen en buiten eten.
Groeten,
Gwyneth